Voorpublicatie in De Groene Amsterdammer: Jasmin Đozlić uit Mostar, Bosnië-Herzegovina.
Jasmin Đozlić, Jasko voor vrienden, is zeventien en drentelt door de stad, een zwarte, grote paraplu zwaaiend in de hand. Het is een uur of vier in de middag. De lucht is donker, de straten zijn nat. Met de punt van de paraplu wijst hij nonchalant naar de kapotte gevels, de granaatinslagen, in een waaier over de muren. Als littekens herinneren ze aan de oorlog en de verwoesting, nu meer dan vijfentwintig jaar geleden.
Lees hier het hele artikel in De Groene
Links: passage tussen het oude deel van Mostar, waar veel Bosniakken wonen, en het modernere Kroatische deel. De graffiti ‘Red Army’ verwijst naar de fans van voetbalclub FK Velež Mostar, die nog steeds Tito’s idealen van eenheid en broederschap uitdragen; rechts: de gerestaureerde zestiende-eeuwse Ottomaanse brug Stari Most over de Neretva